Daar Pater Benedictus Anonimus toegang had op het knapenkoortje van de Heilige Sint Jansma Parochie kon hij ongemerkt pater Antonius Erectus en pater Josef Impotentus binnensluizen in de gouden keeltjes van de jonge knapen. Had een jong knaapje er behoefte aan om zijn geluid buiten de poort te brengen dan kreeg hij een draai om de oren ‘onder het mom’ God had hem met stomheid geslagen. De paters wasten hun handen dan ook graag onder onschuldige douchjes. Tot op een dag de goedlachse pater Sint Schijnheiligmus op tafel sloeg en eiste dat vanaf nu geen knapen met gouden keeltjes meer mochten zingen voor een eenzame pater. Maar aangezien zelfs pater Scheinheiligmus de abortuspil er niet doorheen gedrukt kreeg was hij vanaf dat moment zelf het lachertje van de parochie.’ Zelfs God was na 6 dagen werkeloos’ tierde hij zonder ook maar een greintje spot. Wat te denken over kleine homofiele koorknaapjes die hun keeltjes smeren met de groene spaarnissen van de oude paters? Dachten Pater Erectus en pater Impotentus nou echt dat ze er mee weg kwamen?
JA, dat konden ze.
Zelfs na hun overlijden konden ze hun werk voortzetten. Er kwam een nieuwe pater Erectus en een nieuwe pater Impotentus.Ook mochten paters Anonumus en Sint Schijnheiligmus niet ontbreken, en massaal vormden zij samen één front.
De frontale inval.
@BlonT.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten